Onlangs ben ik mee geweest met een groepsreis vanuit de Achterhoek naar de Open Days in Brussel. Deze dagen worden georganiseerd door de Europese Commissie, waarin regio’s van Europa worden uitgenodigd om te komen praten over bepaalde thema’s. Vanuit de Achterhoek gingen wij hier naar toe met vertegenwoordigers van gemeenten, kennis instellingen en enkele ondernemers. Ik was mee vanuit mijn rol als voorzitter van de Industrie Kring Aalten-Dinxperlo.

In de bus werd mij al snel duidelijk waarom deze jaarlijkse reis meerwaarde biedt. Met elkaar in een 18 meter lang rijtuig op weg naar Brussel, geeft de juiste omstandigheid om nieuwe mensen nog beter te leren kennen. Eenmaal aangekomen in Brussel ging dit ook nog even zo door. Eerst een workshop, later een diner en uiteindelijk met een paar mensen de dag afgesloten in een Belgische kroeg. De volgende dag ook nog workshops en afsluitend een lunch. Open spreken over onderwerpen met een diversiteit van mensen; dat vind ik gaaf en daar haal ik energie uit.

Het werd mij op deze tweedaagse trip eens te meer duidelijk dat we in de Achterhoek een mooie club mensen hebben, die graag iets willen doen voor de regio. Ieder op zijn eigen manier en vanuit een eigen perspectief, maar allemaal met als doel om de regio sterk te houden. Natuurlijk spelen hier ook belangen van de organisaties waar zij werkzaam voor zijn. Maar zolang die helder zijn voor een ieder, kun je heel goed als overheid, onderwijs en ondernemers met elkaar samenwerken. In de dagelijkse praktijk hebben we immers ook met elkaar te maken.

In Brussel viel mij op dat er veel regio’s met de combinatie overheid/onderwijs/ondernemers werken. Deze triple helix wordt door de Europese Commissie toegejuicht. Doe je het daarna ook nog met andere regio’s samen, ben je in bij de EU helemaal aan het juiste adres. Mogelijkheden voor financiering of ondersteuning zijn er dan op allerlei terreinen, mits je hier met elkaar maar aan wilt werken.

Volgens mij een kans om ook als Achterhoek de samenwerking nog meer op te zoeken buiten onze grenzen. Niet alleen voor het geld, maar ook omdat we hier zoveel van kunnen leren. Er zijn genoeg regio’s in Europa die met bepaalde thema’s op ons lijken.

Het enige dat mij tegenviel was het lage aantal ondernemers daar aanwezig. Zowel vanuit Nederland, alsook vanuit andere landen in Europa. Om onze stem als ondernemers meer te laten horen zou het mij veel waard zijn als er volgend jaar meer mee gaan. Wie durft?